Wij gebruiken het ‘zielsperspectief’ bij coaching en in de de therapeutische praktijk om met het transpersoonlijke deel van een mens te werken. Dit deel noemen wij het zielsaspect. Wat wij hieronder verstaan is afgeleid van de oud Indische Vedische wijsheidstraditie en het archetype van het ‘Zelf’ uit de Jungiaanse dieptepsychologie.
Vanuit dit perspectief klinkt de omschrijving als volgt: de ziel is de daadwerkelijke stuurman op het schip. Zij vormt de ware identiteit en is onafhankelijk van tijd, materie en ruimte, dus ook onsterfelijk. De ziel doorleeft vele levens om haar ontwikkeling te kunnen voltooien. De persoonlijkheid is een variabele factor, een soort masker dat de ziel tijdens haar aardse bestaan camoufleert. Als persoonlijkheid zijn we ons meestal niet bewust van het verschil tussen onze (gemaskerde) persoonlijkheid en ons ware Zelf. Dat dit zo is, heeft een belangrijke functie. Hierdoor nemen we ons leven heel serieus. De ontdekking van het Zelf is het doel van ons individuatieproces. Bewustzijnsontwikkeling loopt als rode draad door al onze levens heen. Want, alle ervaringen leiden tot ontwikkeling en dat is het waar het de ziel om te doen is.
De persoonlijkheid van een mens is gebonden aan een fysieke verschijningsvorm die net zo tijdelijk is als haar lichaam. Beiden worden door de ziel bewust gekozen als een ’voertuig’, waardoor het mogelijk wordt bepaalde ervaringen op te doen die alleen onder de omstandigheden van tijd, ruimte en materie opgedaan kunnen worden. Hierbij hoort ook de vergetelheid over ons transcendente zijn.
Volgens de Vedanta kiezen we bewust voor onze ouders, de leefomstandigheden, de cultuur en de tijd waarin we incarneren. Deze bewuste keuze heeft een doel, namelijk het creëren van de best mogelijke omstandigheden die we nodig hebben om ons als individuele ziel te kunnen ontwikkelen, ook al lijkt dat vanuit het perspectief van onze persoonlijkheid vreemd. Want, wie kiest er vrijwillig voor leed? Dat wordt pas betekenisvol als we ons realiseren dat we door leed veel leren maar meestal zien we dit pas achteraf.
Wat er verder nog over de ziel gezegd wordt is: alles wat de ziel ervaart dient een groter geheel. Volgens de bovengenoemde bronnen zijn alle ervaringen die wij als een gefragmenteerde ziel verzamelen in één van onze levens, bedoeld als bijdrage aan de ervaringen van alle andere zielen waar wij deel van uitmaakten. Onze ziel is dus in essentie een afsplitsing van een groter geheel.
Je zou dit ook vanuit een systemische blik kunnen bekijken. We behoren niet alleen toe aan het systeem van onze fysieke voorouders maar ook tot een zielensysteem, dat een even groot netwerk vormt. Beide factoren, het fysieke alsook het metafysische (transpersoonlijke), maken dat we geworden zijn wie we nu zijn. Een unieke persoonlijkheid met een unieke ziel, die zich constant ontwikkelt.